Je bekijkt nu Instellen binoculaire (en trinoculaire) microscoop

Instellen binoculaire (en trinoculaire) microscoop

Het instellen van de correcte oogafstand
Het kijken door een binoculaire (of trinoculaire) microscoop is normaal gesproken minder vermoeiend dan bij een monoculaire microscoop, mits deze goed is ingesteld. Hierbij is de juiste oogafstand essentieel.

Stel de oogafstand zó in, dat er 1 beeld ontstaat wanneer door beide oculairs wordt gekeken.

  1. Kijk met een afstand van ongeveer 1 cm door beide oculairs
  2. Pak de oculairs (de buizen) aan de zijkant beet
  3. Breng heel rustig de oculairs dichter bij elkaar, of juist verder uit elkaar, tot er 1 beeld ontstaat. Zie afbeelding hieronder.

De juiste dioptrie instellen
Als er 1 beeld is ontstaan, kun je de dioptrie aanpassen. Ieder mens heeft in principe een verschil in sterkte tussen het linker- en rechteroog. Het verschil hiertussen kun je aanpassen met de dioptrie aanpassing die op iedere binoculaire en trinoculaire microscoop zit. Sommige microscopen hebben een dioptrie-aanpassing op beide oculairs, de Bresser Erudit Bino en Researcher Bino hebben 1 dioptrie-aanpassing. Deze vind je op de linker oculairbuis.

  1. Zet de dioptriemarketing op 0.
  2. Kijk met je rechteroog door het oculair en stel scherp op het preparaat (stel voor nu even in op een 40x vergroting à 10x oculair en 4x objectief)
  3. Open nu je linkeroog en geeft het even wat tijd om te rusten.
  4. Sluit nu je rechteroog en kijk alleen met je linkeroog door het oculair.
  5. Pas nu de scherpte aan door aan de dioptrieaanpassing te draaien. Je kunt zowel negatieve als positieve correctie toepassen. Probeer heel rustig de dioptrie aan te passen en te kijken wanneer het scherper wordt. Zodra je de optimale scherpte bereikt hebt ben je klaar.
  6. Geef je ogen even rust en kijk nu nogmaals, maar met beide ogen, door de oculairs. Het beeld zou mooi scherp moeten zijn voor beide ogen.

Als je de correcte oogafstand en dioptrie hebt ingesteld, is er nog maar 1 ding dat essentieel is; zorg dat je je hoofd stilhoudt en bewaar altijd dezelfde afstand tussen je ogen en de oculairs. Beweging van je hoofd betekent een afwijkende afstand ten opzicht van de oculairs en dus onscherpte.

Optimale scherpte bij het onderzoeken van een mestmonster volgens de McMaster methode.
Er zijn enkele zaken die een rol spelen bij het scherpstellen van de microscoop bij het doen van mestonderzoek volgens de McMaster methode. Die komen hierna aan bod. Hierbij wordt er vanuit gegaan dat de juiste oogafstand en dioptrie instelling zijn ingesteld. Om het iets gemakkelijker te maken, beginnen wij bij een 40x vergroting, in plaats van een 10x vergroting.

  1. Kies de juiste vergroting  -> oculair 10x, objectief 4x (rode ring)
  2. Controleer of de kruistafel helemaal schoon is  en plaats de McMaster slide op de kruistafel en klem deze op zijn plaats
  3. Kijk door de oculairs met beide ogen
  4. Begin met afstellen van de scherpte door eerst aan de grofafstelling te draaien (#13 in de afbeelding). Deze vind je bij zowel de Erudit als de Researcher aan beide kanten.
  5. Probeer nu eerst de blauwe lijnen van de telkamers scherp te krijgen. Draai rustig aan de grofafstelling tot het beeld scherper wordt. Wordt het steeds minder scherp? Draai dan de andere kant op
  6. Als de blauwe lijnen scherp beginnen te worden, stappen we over op de fijnafstelling. Dat is de kleine knop, #14 in de afbeelding. Deze zit ook aan beide kanten op de Erudit en Researcher microscoop.
  7. Draai nu aan de fijnafstelling tot het beeld scherp is. Het handigste is het om te focussen op luchtbellen. Als je deze goed scherp in beeld hebt, zijn het mooie gladde rondjes.
  8. Stel nu een 100x vergroting in, door het 10x objectief te selecteren.
  9. Pas indien nodig de fijnafstelling nog even aan (focus weer op een luchtbel).

In principe heb je nu de microscoop goed ingesteld en zou je een scherp beeld moeten hebben. Als je vervolgens met de kruistafelbediening de McMaster slide gaat onderzoeken, is het belangrijk een aantal dingen in het achterhoofd te houden;

  • Als je aan de kruistafel verstelling draait, zorg dan dat je niet per ongeluk door eraan te “trekken” of “duwen” de hoogteafstelling van de kruistafel wijzigt. Dan ben je de scherpte weer kwijt.
  • Als er toch een vuiltje op de kruistafel ligt, dan ligt de McMaster slide niet mooi vlak en zul je tijdens het onderzoeken merken dat de scherpte wat minder wordt.
  • Houd bij het onderzoeken je hoofd stil. Je kijkt met je ogen, niet met je hoofd. Zodra je je hoofd beweegt, ben je de scherpte kwijt. Oefen dus goed in het stilhouden van je hoofd. Een goede werkhouding helpt hier enorm bij. Dus zorg dat je goed rechtop zit en dat de microscoop op de juiste hoogte staat. Zet er eventueel iets onder om de juiste hoogte te bereiken.

Instelling van het diafragma en licht
Je wilt zoveel mogelijk licht door je monster heen krijgen, zodat je de eitjes zo goed mogelijk kunt zien. Zeker als monsters wat donkerder zijn. De hoeveelheid licht kun je regelen door de lichtsterkte aan te passen (draaischijf op de Erudit en draaiknop op de Researcher). Ook kun je de lichtbundel in hoogte verstellen. Daarnaast kun je de lichtbundel nog aanpassen van een hele brede bundel, die wijd verstrooid licht geeft, tot een hele nauwe bundel. Dit doe je met het diafragma. Het diafragma zorgt voor de zogeheten scherptediepte. Praktisch gezien; als je door de microscoop kijkt, dan is er een hele dunne laag in het monster waar het beeld scherp is. Als je het diafragma verder dichtzet wordt deze laag dikker, zet je het diafragma verder open, dan wordt deze laag dunner. Tegelijkertijd zul je zien dat als het diafragma verder dichtgaat, de luchtbundel nauwer wordt en er minder licht overblijft. Stel de optimale belichting als volgt in;

  1. Zet de lichtbron aan, maar niet te fel
  2. Zet het diafragma helemaal open (#9 in het plaatje)
  3. Doe nu langzaam het diafragma dicht en zie hoe zowel de scherpte (en het contrast) en het licht veranderen.
  4. Doe het diafragma zo ver mogelijk dicht dat je een goede scherpte hebt én toch voldoende licht
  5. Wordt het monster te donker, pas dan de lichtsterkte aan. Als het goed is kun je die nog iets verder omhoog doen.